img_1472

Simulatie van het leven

Al enige tijd ben ik bezig met een Darwin experiment in een digitale omgeving (simulatie van het leven). Op een eenvoudige wijze probeer ik  een simulatie van het leven weer te geven. In dit experiment is iets naar boven gekomen dat veel antwoorden geeft op gedrag en het resultaat van een bepaalt soort gedrag. Het heeft mij veel meer inzicht gegeven welke resultaten bijvoorbeeld concurrentie geeft. Ik leg hier het experiment uit, geef een analyse en geef stof tot nadenken.

 

Het experiment

Deze digitale omgeving bestaat uit de volgende eigenschappen:

  • We hebben digitale beestjes die in een omgeving bewegen
  • In deze omgeving bevinden zich voedselpakketjes
  • Deze voedselpakketjes zijn random verspreid, en in een niet random sinus patroon
  • Binnen de sinussen bevindt zich het meeste voedsel
  • Bij elke beweging die het beestje maakt, verliest het energie
  • Stuit het op een voedselpakketje dan krijgt het energie
  • Na een cyclus van 50 wordt bepaald
    • Te weinig energie; beestje gaat dood
    • Genoeg energie; beestje blijft leven
    • Meer dan genoeg energie; Beestje mag zich voortplanten
  • De richting wordt random bepaald, maar elke richting heeft een voorkeursgewicht en is per beestje genetisch bepaald.
  • Bij de voortplanting wordt een mutatie geplaatst op de voorkeursrichting en eventueel zicht van het kindbeestje; eigenlijk het gen
  • Per cyclus wordt er steeds minder voedsel uitgedeeld.

Binnen dit experiment onderscheidt zich twee varianten beestjes:

  1. Variant blind; beestje loopt maar wat rond
  2. Variant zien; beestje loopt daar waar het meeste te halen is

Het verloop van het experiment

img_1472

Beestje zonder zicht; is blind

 

 

 

 

 

 

img_1474

Beestje met zicht; ziet

Met zicht

De beestjes met zicht bewegen zich heel prima daar waar het meeste voedsel is te vinden, namelijk op de sinussen. Zij lopen heel braaf het patroon van zo’n sinus, omdat daar het meest te halen is. In het beginsel zijn zij heel succesvol en weten zich goed voort te planten. Het wordt druk binnen de sinus. De beestjes blijven rondhangen waar het meeste is te verkrijgen. Echter, na zo’n ongeveer 200 generaties houdt het op en verdwijnt de hele populatie.

Zonder zicht

De beestjes zonder zicht lopen maar wat rond. Zij hebben geen idee waar het voedsel zich bevindt. Opvallend is dat de beestjes die de neiging hebben korte draai rondes te hebben, veel beter standhouden. Binnen de sinussen is het drukker maar niet extreem druk. Zij zijn in staat om een oversteek te maken naar een andere sinus, waar overdaad is. Na ongeveer 2.000 generaties houdt het ook hier op.

De simulatie van het leven

Degene die maar wat rondlummelen doen het uitstekend. Degenen met de kennis waar overdaad is, gaan een concurrentie met elkaar aan. Zij concurreren elkaar dood. Daar waar voedsel te vinden is zijn zij ook. Zij eten het voedsel weg voor de ander. Allen blijven hangen waar het ogenschijnlijk meest te krijgen is. En zo gaat dat voortdurend. De beestjes voelen zich behaagd in de overdaad, maar het zijn er velen. Te veel. Het resultaat is: een groot deel zit er net naast, hongert en gaat dood. Je kunt dus ook te succesvol zijn.

Rondlummelen, aanklooien blijkt -in deze digitale setting- veel succesvoller te zijn dan gericht op je doel af te gaan. (In)zicht lokt controle uit en dat leidt uiteindelijk tot de ondergang, want iedereen lijkt de controle te willen hebben. De controle in dit experiment is dat het beestje loopt naar de plek waarvan het heeft gezien dat daar het meest te halen valt.

Het nut van concurrentie

Als ik zo kijk naar de uitkomst van het experiment kom ik tot de conclusie dat concurrentie niet per se beter is voor het collectief. Door allemaal hetzelfde willen en meer, wordt er eigenlijk afbraak gedaan.

Wanneer men maar wat doet en tevreden is waar het nu is, wordt het collectief geen enkel geweld aangedaan. Het kan wel zijn dat het gras net voor je voeten wordt weggemaaid, maar dat is dan een incident.

Deze vorm van concurrentie is geen bewuste, maar veel anders zou het niet uitpakken als het wel een bewuste vorm zou zijn. Concurrentie lijkt niet constructief.

Dit experiment opent wel een idee om het experiment uit te breiden. Namelijk naar een wijze van samenwerking. Hoe zal die samenwerking is deze vereenvoudigde digitaal ecosysteem eruit kunnen zien? Ik ben benieuwd, maar er komt een vervolg…!

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *